Fris je nautische kennis op!
Margreet Cromjongh heeft haar eigen vaarschool waar nautische cursussen worden gegeven.
Ze ontwikkeld cursusmateriaal zelf, schrijft artikelen voor watersportbladen en adviseer derden.
Margreet stelt 8 weken een Vaarbewijsvraag. Weet jij het antwoord?
Vraag 2:
Hier is de tweede vraag. Hieronder geef ik het antwoord en uitleg. Succes!
Goedemorgen beste, lieve VAB-vrouwen,
Hierbij de 2e vaarbewijs-vraag.
Deze keer gaat de vraag over de kunst van het varen zelf.
🙂
De situatie:
Er staat een harde wind (windkracht 6-7).
We varen vooruit en willen bij de steiger aanmeren aan lagerwal. We hebben een motorschip van 12 meter lengte met hoge opbouw. Het schip vangt veel wind. De schroef is een (ingebouwde) linksdraaiende schroef met vaste schroefas en schroef. Het schip heeft ook een boegschroef.
Vraag 2a:
Wat doe je met de boegschroef? Zet je deze naar links (bakboord) of naar rechts (stuurboord)?
Vraag 2b:
Zet je het roer naar bakboord of naar stuurboord?
Het goede antwoord is:
De oplossing:
De wind is echt stevig en je schip vangt veel wind, dus je wilt zoveel mogelijk tegensturen.
Het schip heeft een boegschroef.
De boegschroef zet je naar stuurboord, naar rechts. Op die manier hou je de voorkant een beetje tegen.
Je hebt een linkse schroef. Bij vooruit varen gaat de achterkant uit zichzelf al enigszins naar bankboord, naar de kant. Je wilt de achterkant ook zo zacht mogelijk tegen de kant aan laten komen. Dit doe je door tegen te sturen, tegen de wind in.
Je komt vooruit aan, je zet het roer naar bakboord.
Op die manier hou je de achterkant een beetje tegen. (Zie plaatje onder aan het bericht).
En niet vergeten veel stootwillen/ballen aan bakboord op te hangen.
Dus:
Boegschroef naar stuurboord – Roer naar bakboord!