Fris je nautische kennis op!
Margreet Cromjongh heeft haar eigen vaarschool waar nautische cursussen worden gegeven.
Ze ontwikkeld cursusmateriaal zelf, schrijft artikelen voor watersportbladen en adviseer derden.
Margreet stelt 8 weken een Vaarbewijsvraag. Weet jij het antwoord?
Vraag 8:
Hier is de achtste vraag. Hieronder geef ik het antwoord en uitleg. Succes!
Beste, lieve VAB-vrouwen,
Hierbij de 8e vaarbewijs-vraag.
De vaarbewijs-vraag van deze week gaat over voorrang.
- Beide schepen varen in de vaargeul.
- Het motorschip houdt zoveel mogelijk de stuurboordzijde aan.
- Het zeilschip is aan het laveren.
- Beide schepen zijn kleiner dan 20 meter
Vraag 8a:
- Wie moet voorrang verlenen?
Vraag 8b:
- Als het zeilschip van buiten de vaargeul zou komen, is de voorrangssituatie dan hetzelfde of niet?
Hieronder lees je weer mijn antwoord.
Het goede antwoord is:
Voorrangs-vragen zijn altijd lastig.
Het antwoord is:
- Het zeilschip verleent voorrang omdat het motorschip zoveel mogelijk stuurboordzijde houdt van een doorgaand vaarwater (in dit geval de vaargeul). Het maakt daarbij niet uit of het zeilschip van buiten de vaargeul komt of in de vaargeul vaart.
Deze regel geldt in heel Nederland. Zou er een groot schip (groter dan 20 meter) bij betrokken zijn, moet op bepaalde wateren het kleine schip aan de kant gaan, maar deze situatie gaat over schepen kleiner dan 20 meter.
Het blijft opletten geblazen, maar zo is het geregeld.
Fijne dag weer!
Hartelijk groet,
Margreet
