door Denise – SY La Luna
30 juli 2011
Denise SY Laluna
Hersenonderzoek
“Heb je me gehoord?” “Hmm-mmm.” “Wat hmm-mmm?!? Heb je gehoord wat ik vroeg?” “Ja-a!” “En wat is je antwoord dan?””Ok.”
Vijftig procent kans dat je een juist antwoord geeft met ‘ja’ of ‘nee’. Met ‘ok’, is dat percentage meestal wat hoger. Maar dit keer was ‘ok’ een heel raar antwoord van manlief. En nee, dat was niet omdat ik wat anders wílde horen. Want zeg nou zelf, ‘ok’ is een raar antwoord op de vraag, “weet je zeker dat we nu voor de watermaker wel genoeg stroomladen?” Het is alleen niet erg, ik controleer de meters zelf wel en trek zelf een conclusie.
Daarnaast weet ik inmiddels dat de mannen er ook niets aan kunnen doen. Ik was al even aan het ratelen en als vrouwen dat doen, dan horen de mannen ons niet meer. Sorry dames, echt waar, dit is wetenschappelijk bewezen. Een of andere student aan een of andere grote Universiteit is er op gepromoveerd. Waar men tegenwoordig niet op kan promoveren zullen jullie verontwaardigd uitzuchten. Ik weet. Ik vertel alleen maar wat ik gelezen heb.
Uit ervaring wisten wij natuurlijk al wel dat de hersenen van mannen heel anders werken dan onze hersenen. Maar dat ze ons dus gewoon écht niet horen, vond ik schokkend, danwel een openbaring. Wat blijkt nu precies, de heren kunnen onze hoge tonen niet horen. Nou ja, niet horen. Ze moeten voor onze hoge tonen hun hersenen harder laten werken. En als we dus lange(re) tijd staan te ratelen wanneer we verontwaardigd zijn ofzo, dan haken ze dus sneller af. En horen ze het gewoon niet meer.
Mijn manlief is dus minder een hork, dan gedacht. De arme ziel kan er gewoon niets aan doen. Tja, ik weet ook dat dit heerlijk voer is voor de mannen, maar we kunnen nu eenmaal niet om de feiten heen. Daar zullen we het mee moeten doen.
Ik ben sindsdien ook een onderzoek begonnen. Niet wetenschappelijk, nee, daarvoor zijn mijn man en ik een te kleinschalig onderzoekscomité. Als ik merk dat het weer eens langs hem heen gaat, probeer ik mijn stem lager te laten klinken. Zoals een mannenstem zeg maar. Want dat kwam ook uit het beruchte wetenschappelijk onderzoek, met het horen van mannenstemmen hebben de mannen geen moeite.
Maar geloof me, je stem verlagen als je erg geagiteerd bent, is verdomd moeilijk. Wat mij sterkt is het resultaat van een ander onderzoek. Als ik het me goed herinner helaas geen zwaar wetenschappelijk onderzoek, maar meer een conclusie uit een vragenlijst, ingevuld door mannen in een typisch mannenblad. En net zoals bij de karakteristieke vrouwenbladen, zijn deze conclusies erg gekleurd. Maar ok, als veel mannen dit vinden, zal het wel. Hier kwam namelijk naar voren dat mannen een lage, hese, schorre stem bij vrouwen sexy vinden.
Inmiddels verslind ik pakjes Strepsels omdat mijn keel hier toch erg aan moet wennen. Maar, alles voor een gezelliger samenzijn, niet waar. Want de arme mannen kunnen er ook niets aan doen, dat zij gehandicapt zijn. Zij hebben hun hersenen niet gemaakt. Gelukkig maar, want anders waren er vast nog veel meer vreemde, doch vast ook wel interessante, wetenschappelijke onderzoeken naar de verschillen van hersenen geweest.
Ik ben blij dat ik manlief beter snap en klaag niet. Zou ik niet eens kunnen, niet hardop dan, want mijn keel doet momenteel té pijn. Toen ik gisteren vanaf de punt van onze boot iets naar achteren gilde en geen aansluiting kreeg, herinnerde ik me een ander onderzoek. Of was het een conclusie? Of misschien wel een fabeltje.
Door een gerenommeerde universiteit of een typisch mannen- of vrouwenblad? Dat maakt niet uit, ik herinnerde me dat ik ergens gelezen heb, dat je van veel sigaretten en sterke drank, met name whisky, een schorre stem krijgt. Ha! Roken ben ik niet van plan, maar een glas sterke drank, als manlief mij weer eens niet begrijpt, dat is geen verkeerd idee.
Denise – SY La Luna
28 juni 2011
Schelpenkaars van Ikea
Ik mis de Ikea. En de Hema. Verder? Toch eerlijk gezegd, ook de Etos en de Appie wel. Maar mis ik ze echt? Of mis ik eigenlijk alleen het gemak? De luxe? Het gemak van deze winkels. Alles wat je wilt, wat je kent, dat hebben ze. Je beslist thuis wat je nodig hebt, stapt in je auto, rijdt erheen en koopt wat je nodig hebt, misschien nog wat anders ‘nuttigs’ en klaar. Hier, op reis, is dat toch anders. Hier is wat ‘wat je nodig hebt’ een breed en vrij relatief begrip. ‘Nodig’ is hier gelinkt aan ‘wat er is’. En dan blijkt ‘nodig’ ineens helemaal niet zo nodig. Wc-papier kun je echt wel nodig hebben. En dat is hier ook, overal te krijgen. Maar sommige dingen dénk je nodig te hebben. Is dat er dan niet in je merk, dan heb ik het soms eigenlijk ineens niet meer zo ‘nodig’.
Met eten is dat ook zo. Het is hier niet ‘wat zullen we eten?’ Dat?! Ooh, dan ‘rijdt’ ik even naar de Appie. Laad mijn wagentje vol met alle spullen en klaar. En als ze dan iets van je ‘wat wil ik eten’, niet hebben bij de Appie. Dan vind je dat vaak ‘belachelijk’! Moet je ineens wat anders gaan verzinnen om te eten. Hier is het wel anders. Je gaat naar de winkel. Kijkt wat er is. Kijkt wat het kost. En dan bepaal je, vaak met enige creativiteit uit blik, wat er vanavond op het menu komt. En dan eet je ook lekker en prima. Eigenlijk is dat leuker, het is elke keer weer een verrassing. Het begrip ‘planning’, het werkwoord ‘plannen’, is zo vrij verdwenen. Soms baal ik daarvan. Heb ik gewoon zin om dat of dat te eten. Kom je in iets wat ze hier supermarkt noemen, is er alleen kip in stukken. En dan bedoel ik echt in-stukken. Gewoon de hele kip in stukken gehakt. En niet zo mooi als bij de Appie: in vleugels, borst, filet, in Thaise marinade, in pittige saus of in een ovenschotel versie. Als je daarover nadenkt is het belachelijk wat er bij de Appie (en bijna elke ander Westerse supermarkt) in het koelvak ligt. En wat er, na een aantal dagen als alles over de datum is, weg wordt gegooid. Daar moet je helemaal maar niet over nadenken.
De Hema is ook zo’n ‘makkelijke’ winkel. Van onderbroeken tot haarspelden, van bestek tot klokjes. Zó handig! Op zich zijn dat soort winkeltjes hier op sommige eilanden ook wel. De Chinese winkels. Die hebben een nog breder assortiment en verkopen vaak ook nog rijst en brood. Maar toch, wij zijn nu eenmaal gewoontedieren. En dan zijn de vertrouwde winkels handig, makkelijk. Aan de andere kant leven we nu al een jaar zonder de Hema, Appie en Ikea en dat gaat prima. Alleen soms wil je wel eens wat an
ders, of iets wat vertrouwds. Het is niet zo dat ik ons huis elk jaar helemaal veranderde, maar een ander kleur kussentje, plantje of kaarsje, dat haalde ik wel graag even bij de Ikea. Gewoon bij het jaargetijde een ander accentje. En ook de ontiegelijke handigheidjes van de Ikea. Ik kan nu niet even een ander kleur kussentje halen en een bijpassend kaarsje. En mis ik dat nu echt? Nee, het zou leuk zijn en het zou makkelijk zijn om even naar de Hema of Appie te kunnen. We verhongeren echt niet, met de locale kip in stukken. En ik heb mezelf gewoon creatief geuit en een ‘vliegengordijn’ van schelpen gemaakt. Is ook weer wat anders én eigenlijk nog leuker dan een kaarsje (met schelpen) van de Ikea.
Denise – SY La Luna
——————————————————————————————————————
30 mei 2011
Sexy aan boord
Mijn teennagels zijn weer netjes gelakt, mijn nagels gevijld en mijn benen zijn weer geschoren. Ja, mannen, sorry, maar dit gaat echt even over vrouwendingen. Want zeg nu eerlijk, jullie willen toch ook graag dat een vrouw er goed en verzorgd uitziet? Of is dat minder van belang bij zeilvrouwen? Vinden mannen dat minder van belang of de zeilvrouwen zelf ook? Ik geef toe, soms is het een hele toer om de boel wat netjes bij te houden. Je bikinilijn scheren op een boot die zo’n 25 graden schuin hangt en rolt op de oceaangolven, is geen aanrader kan ik je verzekeren. Nagels lakken en vijlen gaat best. Mits je met lakken rekening houdt dat je niet 5 tellen daarna ineens hurry up naar voren moet ofzo.
Het lijkt alleen wel alsof sommige zeilvrouwen, de vijl en scheermesje thuis hebben gelaten. Om maar niet te spreken van de kledingkeuze aan boord. Het lijkt erop dat als zeilvrouw alles getolereerd is. Van zonneklep tot heuptasje toe. En ok, e.e.a. kan praktisch zijn. Maar sorry, het ziet er niet uit. De kroon spannen onze overzeese vrouwelijke collega zeilers. Geen idee of ze er altijd zo bij liepen, ik hoop het niet. Mannenshorts zijn dé trend, lokaal gekochte t-shirts, zonneklep en sokken met gympen. Waarbij de gevallen die misschien nog te redden zijn, de kleur van de zonneklep en sokken afgestemd heeft op broek én t-shirt. Zo’n short met lokaal t-shirt is erg leuk, vind ik zeker! Maar wel voor mannen, ja! Niet voor het vrouwelijke geslacht. Alhoewel ik bedenk, dat ik van dat soort shorts, die lijken voor de mannen te zijn, ook vrouwelijke varianten heb gespot. Welke ik nog wel heel erg op de mannelijke variant vind lijken. Wie dat heeft ontworpen? Die heeft zeker nooit gevaren.
Het is toch veel appetijtelijker, voor de mannen, maar echt ook voor de vrouwen, dat een vrouw vrouw blijft. Tuurlijk, ik draag ook korte broeken, een hippe korte. Ok, misschien dat mannen dat ook weer niet willen zien, met mijn billen. Geen idee, het eerste commentaar moet nog komen. Ook draag ik t-shirts, maar dan met een decolleté, zonder de landkaart van Martinique op mijn voorgevel. En gympies, een keer gedaan moet ik bekennen. Maar toen had ik last van mijn knie, is dat een goede reden? Voor de rest draag ik ze nooit, alleen als ik ga rennen. En ook dat doe ik nooit.
Ik snap, hakken zijn niet praktisch aan boord. Maar je gaat toch altijd met blote voeten de dinghy in, dus kun je je hakken eenmaal aan de wal best aanschieten. En strakke rokken, die kunnen omhoog. Is zelfs nog gunstiger ook, in de dinghy, loop je daarna niet met vage zoutvlekken op je kont. Ziet er beide keren leuk uit; sexy met je rok omhoog en je hipster eronder in de bijboot, sexy op de kant met strakke rok en hoge hakken. Je kunt best vrouw blijven, aan boord en op de kant.
Denise – SY La Luna
——————————————————————————————————————
29 mei 2011
Een filmfragment van een mee zwemmende walvis met de Laluna.
Denise – SY La Luna
——————————————————————————————————————
25 april 2011
Geen ouwe hoeren maar ouwehoeren
Vrouwen hebben de naam. En ik geef toe, ik klets ook graag. Met mijn vriendinnen en collega’s. Of gewoon met een gezellige onbekende. Mannen beweren soms dat bij vrouwen de mond niet stil kan staan. Maar mannen kunnen er ook wat van! Zeker de zeilende mannen of eigenlijk, mannen met een boot. In Nederland op de haven zag je dat al, die mannen kende elkaar allemaal. En soms schoot het klussen ook niet op; “het zat wat tegen”. Totdat je weer eens meeging en hoorde dat ze vorige keer zo gezellig koffie gedronken hadden. Ja ja….
En wat zie je onderweg? Het zijn de mannen die ‘hangen’. Het ‘hangen’ is met de dinghy langszij komen en dan staande in de dinghy kletsen met de mensen in de kuip. Mijn manlief ook, bij elke Nederlander en al andere bekende boten, of onbekende boten gaat hij wel even ‘hangen’, kletsen.
Eigenlijk is het een handig, nuttig en sociaal gebeuren hoor, dat ‘gehang’ van die mannen. Want alles wordt in korte tijd uitgewisseld; van waar kom je vandaan tot waar moet je inklaren. En van waar de bakker is tot waar het een goed Happy Hour is. Erg nuttig eigenlijk dus. En als de vrouwen elkaar dan later zien, is er heus nog wel stof tot kletsen. Maar ook de mannen zijn dan nog niet uitgepraat. Meestal komen de technische zaken ter spraken, terwijl de vrouwen het hebben over de goedkope supermarkt of de mooie plekjes op het eiland.
De dag erna zijn het weer de mannen, die weer gaan ‘hangen’; even dat vragen, hoor. Of hij wilde dat van mij lenen, enz. Ze komen niet uitgekletst, echte ouwehoeren. En als ze dan samen de motorruimte induiken, dan weet je zeker dat jij de komende paar uur het rijk alleen hebt. Ze zitten daar gerust heel de middag om dan net voor borreltijd, helemaal zwart van de olie terug te komen, met de mededeling dat we over 5 minuten verwachten worden bij die of die, omdat we nog eerst daar borrelen voordat we de kant opgaan. Even haasten, want voor gezelligheid maak je tijd.
Het ‘hangen’ is dus een mannending, maar misschien komt dat wel omdat het dinghy-varen ook echt een mannending is. Op de ankerplek zie je de mannen naar de kant varen, vrouwlief wegbrengen. Maar zelfs voor de lol ‘crossen’ ze nog rond met hun dinghy alias mini-speedboot. Met tig pk vliegen ze in plané tussen de schepen door. Je schut je hoofd over de kinderen die onbehouwen varen, maar de mannen zijn zeker zo erg hoor met hun dinghy.
Dus ja, zouden ze nu zo vaak gaan ‘hangen’ als excuus omdat ze gewoon graag veel rondcrossen met de dinghy óf zijn de mannen (met boot) ook gewoon echt ouwehoeren?
Denise – SY La Luna
——————————————————————————————————————
11 april 2011
Rolbevestigend bezig
Met een haaknaald, bol wol en een haakpatroon voor mijn neus zit ik op de kuipbank in mijn bikini in de brandende zon. Hoe huiselijker kan het worden? Misschien met een hond aan mijn voeten? Want mijn mok met thee staat al te dampen in de houder aan de stuurkolom.
Ik vond het creatief bezig zijn altijd al leuk, maar had nooit tijd voor dat ‘gefreubel’. Nu, heb ik zeeën van tijd en vliegen de crea-ideeën me om mijn oren. Je hebt hier alleen geen ‘crea-winkel’ in elk dorp of eiland, dus toen ik gisteren eindelijk een ‘crea-winkel’ tegenkwam was ik lyrisch. Heb een half uur staan te dubben over de kleur wol! Dat is weer eens wat anders dan over de kleur paprika.
Aan boord is de rolverdeling toch al zo ouderwets, of nee, laat ik het conservatief normen. Ouderwets klinkt wat negatief en conservatief degelijker. Manlief zeilt en doet de technische klussen. Ik kook, was, poets en brei, of nee, nog niet, ik haak. Ja, het is net als vroeger. Toen zag je reclames van glimlachende vrouwen, schorten voor, haar netjes weggestoken voor het aanrecht. Ooh, kriebels kreeg ik er altijd van. En nu? Tja, ik loop inderdaad rond met een glimlach; maar wat wil je, ik ben op reis! En ja, ook mijn haar is weggestoken; het is anders zo warm in mijn nek. En ook sta ik inderdaad vaak achter het aanrecht ; niet altijd vol enthousiasme, maar we moeten nu eenmaal eten. Ojé, ik kan zo die reclame in. Maar wacht, ik heb geen schort aan boord, mijn parelketting is thuis en mijn keuken ziet er iets anders uit. Valt weer mee toch?
Al moet ik, nu we het toch over dit onderwerp hebben, eerlijkheidshalve wel opbiechten dat ik een naaimachine aan boord heb. Ja, om de gordijnen af te maken. Oei, dat is ook wel erg rolbevestigend hé? Maar, verzachtende omstandigheden te over, je ziet het wel meer. Want wat valt mij op na het observeren van andere varende stellen? De meeste stellen vervallen in het ouderwetse rollenpatroon. Oh nee, dat klinkt wel erg negatief en wanhopig. De meesten stellen neem het conservatieve rollenpatroon weer aan, als ze langer aan boord zijn. Hoe komt dat dan eigenlijk toch? Is het erfelijk bepaald, zit het in onze genen? Worden we gedwongen? Geen idee eigenlijk. Springen we zelf in deze rol? Omdat we denken dat we de andere taken niet kunnen? Eerlijk, ik kan nu eenmaal geen olie vervangen anders dan in de frietpan.
Ik weet het niet, ik weet alleen dat ik sommige dingen, die in het conservatieve rollenpatroon passen, nu eenmaal leuk vind om te doen. Het ‘crea-gefreubel’ en bijvoorbeeld wat nieuws proberen met koken. Dus ja, is het dan eigenlijk zo erg? Dat de man weer de mannendingen doet en de vrouw zich bezighoudt met de vrouwendingen? Nee, eigenlijk niet, het gaat er volgens mij alleen maar om dat je doet wat je leuk vind!
Denise – SY La Luna
——————————————————————————————————————
27 maart 2011
Taakverdeling
Aan boord van de La Luna geldt een taakverdeling. Sommige taken horen bij de Captain, sommige taken horen bij de First Officer en sommige taken zijn niet specifiek voor de een of de ander. En jawel, zoals eerder bekend gemaakt, ik ben de First Officer! Eerst was ik gewoon crew. Maar ben gepromoveerd tot First Officer.
Wouw, denk je nu misschien, dat heeft ze toch goed voor elkaar. Ja, dat klopt. De Captain grapte alleen dat het niet was omdat ik het verdiende, maar omdat het gewoon praktisch is. Wham, daar ging mijn ego weer naar beneden. Het is natuurlijk, op een schip met z’n tweetjes, een beetje groot dat er én een Captain én een First Officer is. Maar op alle officiële documenten, staat het nu wel zo.
Het is namelijk zo, als de Captain niet aan boord is, heeft de First Officer het voor het zeggen. En dan heeft de Captain van de La Luna blijkbaar toch liever dat ik dat ben, dan dat een andere Captain het voor het zeggen krijgt hier aan boord. En dat is toch eigenlijk best aardig voor mijn ego!? Als ik er niets van bakte, zou Captain dat waarschijnlijk echt niet zo regelen.
Maar ik ging het hebben over de taakverdeling. Deze staat nog niet geheel vast en al varende weg worden taken verdeeld. Soms omdat de Captain de juiste skills heeft of soms omdat het de First Officer gewoon beter ligt. Het aanmeren is echt een skill van de Captain, dus om het schip krasvrij te houden bemoeit de First Officer zich daar niet mee. Maar als er iets gezocht moet worden, dan is een enkele vraag aan de First Officer genoeg, want die weet blindelings waar alles ligt. En zo zijn er nog een aantal taken duidelijk verdeeld.
Er is alleen één taak die elke keer discussie behoeft. De stronttank, of in normaal Nederlandse termen, de vuilwatertank. Deze is aan boord en dat is prima, totdat… hij verstopt raakt. En helaas gebeurt dat, gelukkig niet vaak, maar wel eens. Voor geïnteresseerden: de wc loost in de tank en die staat open naar buiten.
Je kunt je voorstellen dat als deze verstopt zit, dit een vuil klusje wordt waar een reukje aan zit. Nou, de stronttank-discussie heeft ook altijd een reukje… want volgens de First Officer is overeen gekomen dat de Captain de technische klusjes heeft. De stronttank behoort dan ook tot de Captain’s taken, ik vind dat namelijk echt een technische klusje. De Captain hoeft zich dan niet met het shoppen (van bijvoorbeeld ‘bootschappen’) bezig te houden. Als het om het laatste gaat, vind de Captain dit een prima overeenkomst, maar zodra de stronttank verstopt zit, gaat Captain weer in discussie.
Gelukkig snapt Captain dat muiterij ook niet alles is (Captain kent de film ‘Muiterij op de Bounty’), dus kiest nog elke keer drollen voor z’n geld en ontfermt zich over de tank. Vandaag was dat terwijl de First Officer aan het koken was….. wat is er mis met deze taakverdeling?
Denise – SY La Luna
——————————————————————————————————————
13 maart 2011
Genereren wat een feest!
“Ik houd hem niet!”
“Je moet door trekken!! Met heel je gewicht eraan.”
G*&^#@%@, wat vervloek ik dit k-ding. Het touw glijdt tussen mijn handen, ik voel ze branden. Ik heb gewoon geen grip! Met heel mijn gewicht hang ik aan de lijn om de snuffer van de genaker naar beneden te trekken. Ik ben aardig wat afgevallen
maar zo ligt als een veertje ben ik nog lang niet. Na enige worstel seconden, die minuten lijken, word ik hem dan eindelijk de baas. De slurf schuift met veel moeite over de genaker naar beneden. Wat vervloek ik dit ding!
Eindelijk, de snuffer is beneden. Wat een belachelijke naam eigenlijk voor zo’n ding. Snuffer. Hij had beter Puffer of Stroever kunnen heten.
Nu heel het spul nog die zak in zien te krijgen, zonder dat alles over board waait. “Zakken!” Brul ik naar achteren “stoppen”, ” zakken!” Yes, alles zit weer in de zak. Ik sta op, mezelf vasthoudend aan de reling. Gatver, nog een natte kont ook. Ik sleep de zak achter me aan naar achteren en stort, met zak en al in de kuip. “Gaat het?” vraagt manlief heel attent. Ik schut en puf nog na van de inspanning. Dat moet toch beter te doen zijn? Waarbij ik me terdege realiseer dat genakeren voor het snuffer-tijdperk nog erger was! Pakte het zeil, met naar beneden trekken, elke keer weer wat wind en lag heel het zeil, voor je het wist in het water. Wat heb ik dat ding toen ook vervloekt zeg. Ik zou zelfs de windmeter gesaboteerd hebben om maar niet de genaker of spinaker te hoeven hijsen. De snuffer is eigenlijk wel wat spinakerstressverminderend geweest. Maar we laten hem nu iets te lang opstaan.
Ik pak wat drinken en nestel me op de kuipbank. De wind blijft zo doorstaan dus de genaker kan voorlopig in de zak blijven. Ik vind het varen met de genaker echt heerlijk, begrijp me niet verkeerd, je glijdt altijd super lekker door het water. Maar zodra dat ding weer naar beneden moet, met net iets te veel wind, vervloek ik het kreng. “We moeten hem eerder naar beneden halen hoor, met zoveel wind krijg ik hem gewoon niet meer naar beneden”, zucht ik tegen manlief ondertussen nog in mijn handen wrijvend van de pijn.
Manlief ziet geen probleem, “het ging toch goed? Je hebt hem toch weer in de zak gekregen?” Ja, maar hoe! Mijn handen branden en ik moet eerst bijkomen van de krachtinspanning. “Je moet gewoon goed met je gewicht eraan gaan hangen.” Ja ja, met de nadruk op ‘goed hangen’ zeker of op ‘met je gewicht’? Ik ga naar binnen, schenk nog wat drinken in en neem een extra grote koek. Ik moet een andere strategie bedenken voor de volgende keer, handschoenen aan voor meer grip en dus ‘goed hangen’. En misschien nog maar een extra koek voor meer ‘hang-gewicht’?
Denise – SY La Luna
———————————————————————————————————-
februari 2011
Ook zeilmannen komen van Mars….
“Jeetje, kun je nou niet nadenken?” verzucht mijn kapitein met een boos gezicht als we voor anker liggen. Hij heeft het tegen mij. Ik weet het niet meer hoor. De ene keer wordt mij met klem verzocht niet zelf na te denken en een andere keer moet ik het juist wél doen. Als ik dit als weerwoord geeft, zucht hij nog harder.
Ik krijg een hele preek over hoe vaak wij nu al wel niet geankerd hebben en wat ik dan in hemelsnaam aan het doen ben? Mijn nagels aan het lakken ofzo?
Ik beaam dat terwijl ik op mijn oranje gelakte teennagels wijs. En duik dan maar naar beneden om het logboek in te vullen. Het verstandigste voor dat moment, lijkt mij. Ligt het nu aan mij en ga ik het gewoon nooit leren?
Of heb ik een onredelijke kapitein?
We zijn nu al een aantal maanden onderweg en mijn leercurve is super steil. Ik ben niet geboren op een boot en weet gewoon nog niet alles. Mijn kapitein verwacht dat ik alles na één keer doen onder de knie heb, danwel weet. Maar dat is dan weer mijn idee, volgens hem. Als ik het ’s avonds aan de andere zeilers als ‘leuk’ verhaal vertel, wordt er wat voorzichtig gelachen en geknikt.
Blijkbaar is het een bekend fenomeen.
Ik krijg bijval van de vrouwen en de mannen verzuchten dat we het inderdaad niet snappen. Ik weet mannen en vrouwen zijn anders. Mannen komen van Mars en vrouwen komen van Venus. Maar af en toe is dat knap irritant. Zeker als je samen op zo’n 14 vierkante meter leeft. Misschien had ik wel gedacht, gehoopt, dat zeilmannen en –vrouwen gewoon allemaal van Atlantis komen. Zijn een team, snappen elkaar, voelen elkaar aan. Ervaring leert dat dat helaas niet altijd het geval is en we geen van beiden uit Atlantis komen.
Ik denk het af en toe wel als ik heerlijk als een vis in het water lig of in mijn eentje, in alle rust, mijn wachtje loop. Maar een bruusk “Hallo! Let even op ja, we zijn hier geen nagels aan het lakken!” zet mij weer terug op de boot.
Tuurlijk let ik op.
Het lakken van nagels is ook een secuur bezigheitje, wat met alle precisie moet gebeuren. Ik weet alleen dat ik dat nu niet als wederwoord moet aangeven. Want mijn zeilman van Mars snapt zijn zeilvrouwtje van Venus gewoon af en toe écht niet.
Denise – SY La Luna